3. Notes that the fear of inflation in the medium term and the decisions of April and July 2011 to increase t
he key ECB interest rates may have contributed, among other factors, to increasing the policy-induced risk premia of financial intermediaries and, therefore, to slowing down credit growth, weakening further
the already anaemic economic recovery that was observed in the first trimester of 2011; understands that at that time there was a rebound in economic activity and an increase in price levels which le
d the ECB ...[+++]to fear a return to inflation in the medium term; 3. constateert dat de vrees voor inflatie op middellange termijn en de besluiten van april en juli 2011 tot verhoging van de basisrentetarieven van de ECB – naast andere factoren – kunnen hebben bijgedragen tot een beleidsgeïnduceerde stijging van de door financiële intermediairs aangerekende risicopremies en derhalve tot het vertragen van de kredietgroei, waardoor he
t toch al lusteloze economische herstel dat in het eerste kwartaal van 2011 werd waargenomen, nog verder verzwakte; erkent dat er op dat moment sprake was van een opleving van de economische activiteit en stijge
...[+++]nde prijzen, waardoor de ECB op middellange termijn opnieuw voor inflatie vreesde;