La decisione tipo allegata all’accordo interistituzionale del 25 maggio 1999 tra il Parlamento europeo, il Consiglio e la Commissione e, per quanto ri
guarda i funzionari della Commissione, la decisione 1999/396, entrambe riguardanti le condizioni e le modalità delle indagini interne in materia di lotta contro le frodi, la corruzione e ogni altra attività illecita lesiva degli interessi finanziari delle Comunità, richiedono soltanto, al loro a
rt. 4, n. 2, che il segretario generale dell’istituzione dia il proprio c
...[+++]onsenso a che l’obbligo di sentire l’interessato sia differito ove le esigenze dell’indagine lo richiedano.
Het modelbesluit gehecht aan het interinstitutionele akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en, wat de ambtenaren van de Commissie betreft, besluit 1999/396, beide betreffende de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van interne onderzoeken op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit die schadelijk is voor de belangen van de Gemeenschappen, verlangen in artikel 4, lid 2, slechts dat de secretaris-generaal van de instelling toestemming geeft om de verplichting om de betrokkene te horen op te schorten wanneer het onderzoek dit vereist.