27. rileva che l'ex direttore esecutivo dell’EMA aveva scritto in data 28 dicembre 2010 all'Agenzia indicando le attività che intendeva svolgere alla fine del suo mandato; considera che la prima decisione dell'11 gennaio 2011 del presidente del consiglio di amministra
zione dell'Agenzia, intesa ad autorizzare le nuove attività del suo ex direttore esecutivo, costituisca u
na violazione delle norme dell'UE sul conflitto di interessi, in particolare per quanto concerne il titolo II, articolo 16, dello Statuto dei funzionari delle Comunit
...[+++]à europee; ricorda che, ai sensi del titolo II, articolo 11 e del titolo IV, articolo 91, delle condizioni di impiego degli altri agenti delle Comunità europee, tale disposizione si applica per analogia agli agenti temporanei e contrattuali; è dell'avviso che l'adozione, in data 17 marzo 2011, da parte del consiglio d’amministrazione, solo dopo energiche proteste pubbliche, di limitazioni sulle future attività dell'ex direttore esecutivo provi chiaramente che l'Agenzia non aveva inizialmente applicato lo Statuto in modo adeguato, il che ha quindi sollevato seri interrogativi circa l'applicazione da parte sua delle norme in generale; chiede al direttore esecutivo di presentare una relazione dettagliata sull'applicazione dell'articolo 16 dello Statuto dei funzionari all'interno dell'Agenzia; 27. merkt op dat de voormalige uitvoerend directeur van het bureau op 28 december 2010 schriftelijk aan het bureau meedeelde welke beroepsbezigheden hij na afloop van zijn mandaat zou uitoefenen; wijst erop dat de voorzitter van de Raad van bestuur van het Bureau op 11 januari 2011 toestemming gaf aan de voormalige uitvoerend directeur van het Bureau om zijn nieuwe bezigheden uit te oefenen, en beschouwt dit als een inbreuk op de bepalingen van de Unie inzake bela
ngenvermenging, met name op titel II, artikel 16, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen; herinnert eraan dat deze bepaling overeenkomstig titel II,
...[+++]artikel 11, en titel IV, artikel 91, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen naar analogie van toepassing is op tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten; merkt op dat de Raad van bestuur op 17 maart 2011, en dit slechts na hevig openlijk protest, beperkingen vastlegde betreffende de toekomstige activiteiten van de voormalige uitvoerend directeur, en ziet hierin een duidelijk bewijs dat het bureau het Statuut aanvankelijk niet correct heeft toegepast, wat tevens ernstige vragen doet rijzen over de manier waarop het bureau het Statuut in het algemeen toepast; verzoekt de uitvoerend directeur van het EMA om een gedetailleerd rapport over de toepassing van artikel 16 van het Statuut in het Bureau;