(b)possess a high level of scientific and technical expertise in human-animal relationship, animal behaviour, animal physiology, animal genetics, animal health and nutrition related to animal welfare, and animal welfare aspects related to the commercial and scientific use of animals.
b)beschikken over een hoog niveau van wetenschappelijke en technische deskundigheid op het gebied van mens-dierrelaties, diergedrag, dierfysiologie, diergenetica, diergezondheid en diervoeding in verband met dierenwelzijn, en dierenwelzijnsaspecten in verband met het commerciële en wetenschappelijke gebruik van dieren.