However, the Court considers that the amount at risk may have been underestimated because the so-called “residual error rate”, on which it is based, was not yet, in 2011, a reliable indicator of the extent to which transactions remain affected by material error after control procedures have been applied.
De Rekenkamer is echter van oordeel dat het aan risico’s onderhevige bedrag wellicht te laag is ingeschat omdat het zogeheten “restfoutenpercentage”, waarop het bedrag is gebaseerd, in 2011 nog geen betrouwbare indicator was van de mate waarin verrichtingen materiële fouten blijven vertonen nadat de controleprocedures zijn toegepast.