Secondly, the ultimate aim of the ECT is to create an internal energy market between the European Union and nine other countries, even though, within the EU, this policy has already shown its limits: the gradual replacement of public monopolies by monopolies or quasi-monopolies, with an attack on public services; the rise in electricity prices even in those countries in which electricity generation depends very little on the price of oil; the risk of shortages in the short term because of a policy that gives priority to deregulation faced with the issue of security of supply; and so on.
Ten tweede: het uiteindelijke doel van het Energiegemeenschap-Verdrag (EGV) is de totstandbrenging van een interne energiemarkt die de Europese Unie en negen andere landen omvat. Binnen de EU zelf kennen we echter inmiddels de beperkingen van een dergelijk beleid: (s
emi-)monopolies die geleidelijk de plaats innemen van staatsmonopolies, waardoor de openbare dienstverlening onder druk komt te staan; stijging van de prijs van elektriciteit, zelfs in landen waar de opwekking van elektriciteit slechts in zeer geringe mate van de olieprijs afhankelijk is; dreiging van energieschaarste op korte termijn als gevolg van een beleid waarin aan de
...[+++]regulering voorrang wordt gegeven als het gaat om voorzieningscontinuïteit, enzovoort.