proposes that the provisions of the Agreement on the composition of the Court, once in force, should not be amended unless the objectives of the litigation system, i.e. highest quality and efficiency, are not fulfilled because of these provisions; proposes that decisions regarding the composition of the Court should be taken by the competent body acting unanimously;
dat de bepalingen van de overeenkomst betreffende de samenstelling van het Gerecht, van zodra deze van kracht zijn, niet meer mogen worden gewijzigd, tenzij als gevolg van deze bepalingen niet kan worden voldaan aan de doelstellingen van het geschillenbeslechtingssysteem uit een oogpunt van optimale kwaliteit en efficiency; pleit ervoor dat beslissingen omtrent de samenstelling van het Gerecht met eenparigheid van stemmen door de bevoegde instantie dienen te worden genomen;