Vertaling van "products stocked by the users " (Engels → Nederlands) :

De verplichtingen vastgesteld in de eerste alinea gelden echter niet voor detailhandelaren die deze producten geen enkele bereiding doen ondergaan en ze direct voorverpakt aan de eindverbruiker of gebruiker verkopen. Voor detailhandelaren die voorverpakte producten rechtstreeks uit derde landen invoeren, geldt het bepaalde in artikel 11.

De namen van de grondstoffen moeten op het etiket blijven staan om de gebruiker duidelijk te maken dat het product verscheidene grondstoffen bevat, hoeveel van elk van deze grondstoffen en hoeveel grondstoffen in het product verwerkt zijn.

IVONTWIKKELING VAN DE KADERREGELING VOOR DE VLOOT PAGEREF _Toc500145020 \h IVFINANCIELE BIJDRAGE VAN DE GEMEENSCHAP AAN DE CONTROLE VAN DE VISSERIJ PAGEREF _Toc500145021 \h VCONTROLEMAATREGELEN IN HET KADER VAN DE VISSERIJCOMMISSIE VOOR HET NOORDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN (NEAFC) PAGEREF _Toc500145022 \h VIFINANCIËLE BIJDRAGE VAN DE GEMEENSCHAP TEN BEHOEVE VAN DE MAATREGELEN VOOR HET BEHEER VAN OVER GROTE AFSTANDEN TREKKENDE BESTANDEN PAGEREF _Toc500145023 \h VIVERDRAG VAN DE VERENIGDE NATIES INZAKE GRENSOVERSCHRIJDENDE BESTANDEN PAGEREF _Toc500145024 \h VIITOEKOMSTIGE BETREKKINGEN MET MAROKKO PAGEREF _Toc500145025 \h VIIGEVOLGEN VAN DE VERHOGING VAN DE OLIEPRIJS VOOR HET VISSERIJBEDRIJF PAGEREF _Toc500145026 \h VIIDIVERSEN PA ...[+++]GEREF _Toc500145027 \h VII?"GALÁPAGOS-OVEREENKOMST" PAGEREF _Toc500145028 \h VII?TAC'S EN QUOTA 2001 - TOESTAND VAN BEPAALDE BESTANDEN PAGEREF _Toc500145029 \h VIIIZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTENVISSERIJ PAGEREF _Toc500145030 \h VIII--Technische maatregelen in de Middellandse Zee * PAGEREF _Toc500145031 \h VIII--Technische maatregelen voor het herstel van het kabeljauwbestand in de Ierse Zee PAGEREF _Toc500145032 \h VIII--TAC's en quota voor blauwvintonijn PAGEREF _Toc500145033 \h IX--Handelsnormen voor bepaalde visserijproducten PAGEREF _Toc500145034 \h IXINTERNE MARKT PAGEREF _Toc500145035 \h IX--Verwarming van motorvoertuigen PAGEREF _Toc500145036 \h IX--Goedkeuring van voertuigen en uitrusting PAGEREF _Toc500145037 \h X_________________

I. 1. is van mening dat het antwoord op de uitdagingen van de informatiemaatschappij voor de Europese Unie een beleidsprioriteit is bij het streven naar meer werkgelegenheid, verbetering van de leefkwaliteit van de burgers, verhoging van het concurrentieniveau van het produktiestelsel en versterking van de economische en sociale samenhang van de Unie ; 2. is van mening dat de informatie- en communicatietechnologieën van groot belang zijn voor het concurrentievermogen van de economische bedrijvigheid, en dat zij, als katalysator van investeringen, een belangrijke factor van economische expansie zullen zijn ; 3. is van mening dat het a ...[+++]an de ondernemingen is, het concurrentievermogen van de industrie op peil te houden en te verbeteren, en aan de overheden een adequaat juridisch en regelgevingskader te scheppen. II 4. is van mening dat de ontwikkeling van de informatiemaatschappij de Europese industrie op tweeërlei wijze beïnvloedt : - zij heeft een algemeen effect op het concurrentievermogen van de industrie voor zover deze de informatiediensten en -infrastructuren gebruikt ; - zij is rechtstreeks van invloed op de Europese informatie-industrie als leverancier van marktdeelnemers, van producenten van inhoud op de meest diverse gebieden en van verstrekkers van informatiediensten, alsmede op de gebruikers ; 5. onderstreept dat de inhoudindustrie van groot gewicht zal zijn voor de toekomst van de informatiemaatschappij, en voegt daaraan toe dat de sector van de informatiediensten sterk moet worden uitgebreid ; 6. erkent dat de mate waarin de nieuwe diensten worden geaccepteerd een van de bepalende factoren is voor een effectieve ontwikkeling van de informatiemaatschappij.

Volgens de huidige wetgeving kunnen de producten voor de doeleinden van de regeling uitzonderlijk op de vrije markt worden aangeschaft als ze tijdelijk niet voorhanden zijn in de interventievoorraden, of als kleine hoeveelheden zouden moeten worden overgedragen uit de interventievoorraden van een andere lidstaat dan die waar het product wordt verstrekt.

Voorstellen : - verlaging van het maximumaantal dieren waarvoor de premie voor mannelijke runderen mag worden toegekend (nieuwe aantallen in de bijlage) - de reeds bij de GLB-hervorming van 1992 ingevoerde, maar door de Lid- Staten facultatief toe te passen maatregel voor verwerking van kalveren, wordt verplicht gesteld voor iedere Lid-Staat (de producenten blijven vanzelfsprekend vrij om gebruik te maken van de maatregel of niet); - verscherping van de veebezettingsnorm van 1,4 tot 1,2 GVE/ha voor toekenning van de extensiveringspremie van 36,23 ecu per dier; deze premie, die alleen wordt betaald voor mannelijke runderen en zoogkoeien, wordt nog verhoogd tot 54 ecu als de veebezetting niet groter is dan 1 GVE/ha; - invoering van een spe ...[+++]ciale interventieregeling voor mannelijke runderen van 7 tot 9 maanden met een levend gewicht van niet meer dan 300 kg (lichte dieren); - verhoging van het bij de hervorming van het GLB vastgestelde maximum voor de interventie-aankopen tot 720 000 ton voor 1996 en 500 000 ton voor 1997; vanaf 1998 blijft het 350 000 ton, zoals bepaald bij de hervorming (deze maxima omvatten ook de verwachte aankoop van de zogenaamde lichte dieren in het kader van de speciale interventieregeling); - beperking van de investeringssteun voor rundveebedrijven tot de investeringen voor bescherming van het milieu, voor hygiëne en welzijn, op voorwaarde dat de produktiecapaciteit niet wordt vergroot; voor jonge landbouwers die zich vestigen, blijft steun voor investeringen in de produktie voor rundvlees beschikbaar voor zover bepaalde maxima voor de veebezetting niet worden overschreden.