La durée de cette épreuve est fixée à 4 heures; b) un commentaire établi au départ d'un arrêt et relatif aux problèmes soulevés par celui-ci, quant à la compétence du Conseil d'Etat, aux conditions de recevabilité ainsi qu'au bien-fondé des moyens invoqués (30 points); c) un examen critique, essentiellement quant au contenu (respect des règles constitutionnelles, de compétence, etc.) et accessoirement quant à la technique législative et à la forme d'un projet de loi, de décret, d'ordonnance ou d'arrêté (30 points).
Voor dit examengedeelte beschikt de examinandus over 4 uur; b) een bespreking, aan de hand van een arrest, van de in dat arrest aan de orde gekomen problemen, betreffende de bevoegdheid van de Raad van State, de ontvankelijkheid evenals de gegrondheid van de ingeroepen middelen (30 punten); c) een kritische beoordeling, vooral uit het oogpunt van de inhoud (eerbiediging van de grondwettelijke regels, bevoegdheid, enz.) en van de juridisch technische vormgeving van een ontwerp van wet, decreet, ordonnantie of besluit (30 punten).
