9. Après confirmation au moyen d'une décision adoptée par la Commission conformément à l'article 21, paragraphe 4, sept ans après la date visée à l'article 82, paragraphe 2, tous les types de véhicules existants des (sous-)catégories L3e, L5e, L6Ae et L7Ae doivent également être
équipés de systèmes OBD de deuxième génération (OBD II) qui, outre les éléments vérifiés par les systèmes OBD I, détectent non seulement les défaillances totales, mais aussi la détérioration de systèmes, de composants ou d'entités techniques pendant la durée de vie du véhicule, à la condition que leur efficacité par rapport au coût soit démontrée par l'étude d'in
...[+++]cidence environnementale visée à l'article 21, paragraphes 4 et 5.
9. Na bevestiging door middel van een door de Commissie overeenkomstig artikel 21, lid 4, vast te stellen besluit, moeten zeven jaar na de in artikel 82, lid 2, bedoelde datum alle bestaande voertuigtypen in de (sub)categorieën L3e, L5e, L6Ae en L7Ae daarnaast ook worden uitgerust met OBD II, dat in aanvulling op OBD I, niet slechts op daadwerkelijke storingen controleert, maar ook op de achteruitgang in de prestaties van systemen, onderdelen of technische eenheden tijdens de levensduur van het voertuig, op voorwaarde dat de kosteneffectiviteit ervan in het in artikel 21, leden 4 en 5, bedoelde milieueffectonderzoek wordt aangetoond.
