2. Le strategie, le politiche, i processi e i sistemi di cui al paragrafo 1 sono proporzionati alla complessità, al profilo di rischio, al campo di attività dell'ente e al livello di tolleranza al rischio fissato dall'organo di gestione, e riflettono la rilevanza dell'ente in ogni Stato membro in cui esercita la sua attività.
2. De in lid 1 bedoelde strategieën, beleidslijnen, procedures en systemen staan in verhouding tot de complexiteit, het risicoprofiel en het werkterrein van de instelling en tot de door het leidinggevend orgaan vastgestelde risicotolerantie, en houden rekening met het belang van de instelling in elke lidstaat waarin zij werkzaam is.