C. considerando le su
ccitate conclusioni della Presidenza del Consiglio europeo di Vienna dell'11-12 dicembre 1998, che riaffermano il ruolo dell'FMI quale "pietra angolare del sistema mone
tario e finanziario internazionale", e nella sezione "L'Europa come attore globale: parlare con una sola voce" sottolineano che "è fondamentale che la Comunità svolga pienamente il suo ruolo nella cooperazione
internazionale in materia di politica economica e monetaria in conses
si quali i ...[+++]l G7 e il Fondo monetario internazionale", rilevando, da una parte, che "alla Banca centrale europea (BCE), quale organo della Comunità responsabile della politica monetaria, dovrebbe essere conferito lo status di osservatore nel Consiglio di amministrazione dell'FMI" e, dall'altra, che "i punti di vista della Comunità europea/UEM su altri temi di particolare importanza per l'UEM saranno illustrati al Consiglio d'amministrazione dell'FMI dal corrispondente membro dell'Ufficio del Direttore esecutivo dello Stato membro che esercita la presidenza euro, assistito da un rappresentante della Commissione"; considerando che l'articolo 1 della summenzionata proposta della Commissione del 9 novembre 1998 suggerisce che "nel contesto dell'Unione economica e monetaria, la Comunità dovrebbe essere rappresentata a livello internazionale dal Consiglio con la Commissione, e dalla Banca centrale europea",C. overwegende dat in de hiervoor genoemde conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 onder de titel "Rol van Europa op het wereldtoneel – Spreken met één stem" wordt benadrukt dat het IMF de
"hoeksteen van het internationale monetaire en financiële stelsel is" en wordt onderstreept dat "het van wezenlijk belang [is] dat de Gemeenschap haar rol bij de
internationale samenwerking op het gebied van het
monetair en economisch beleid in gremia als de G7 en het Inte
rnationaal Monetair ...[+++] Fonds ten volle vervult" en voorziet dat enerzijds "de ECB [Europese Centrale Bank] als voor het
monetair beleid bevoegde communautaire instantie, in het College van bewindvoerders van het IMF een waarnemersstatus [dient] te krijgen" en anderzijds "de opvattingen van de Europese Gemeenschap/ EMU over andere kwesties die voor de EMU van bijzonder belang zijn, in het College van bewindvoerders van het IMF naar voren gebracht [zouden] moeten worden door het lid van het Bureau van de bewindvoerder van de lidstaat die het voorzitterschap van de Euro-11 bekleedt, bijgestaan door een vertegenwoordiger van de Commissie", overwegende dat in artikel 1 van het hierboven genoemde voorstel van de Commissie van 9 november 1998 wordt voorgesteld dat 'in het kader van de Economische en
Monetaire Unie de Gemeenschap in
internationale fora [zal] worden vertegenwoordigd door de Raad tezamen met de Commissie en door de Europese Centrale Bank',