3.3.1. Tutti i collegamenti non saldati di componenti che trasportano idrogeno e di componenti a contatto con l’idrogeno che potrebbero perdere, montati all’interno dell’abitacolo, del vano bagagli o in altro vano non ventilato, vanno alloggiati in un compartimento stagno al gas.
3.3.1. Alle niet-gelaste verbindingen van waterstofvoerende onderdelen en de onderdelen van een waterstofsysteem die kunnen lekken, die in de passagiers- of bagageruimte of een andere niet-geventileerde ruimte zijn gemonteerd, moeten door een gasdichte behuizing zijn omhuld.