7. Se uno Stato membro partecipante la cui moneta non è l’euro notifica alla BCE, conformemente all’articolo 26, paragrafo 8, il suo disaccordo motivato rispetto a un’obiezione del consiglio direttivo a un progetto di decisione del consiglio di vigilanza, il consiglio direttivo esprime, entro un termine di trenta giorni, il proprio parere sul disaccordo motivato espresso dallo Stato membro e, indicandone le ragioni, conferma o ritira la sua obiezione.
7. Indien een deelnemende lidstaat die niet de euro als munt heeft, de ECB overeenkomstig artikel 26, lid 8, met opgave van redenen ervan in kennis stelt dat hij een bezwaar van de raad van bestuur tegen een ontwerpbesluit van de raad van toezicht betwist, brengt de raad van bestuur binnen een termijn van 30 dagen advies uit over de met redenen omklede betwisting door de lidstaat, en bevestigt hij zijn bezwaar of trekt hij het in, met opgave van redenen.