Un minore inizialmente non indagato o imputato, quale un testimone, che diventi un indagato o imputato, dovrebbe avere il diritto di non autoincriminarsi e la facoltà di non rispondere conformemente al diritto dell'Unione e alla CEDU, come interpretato dalla Corte di giustizia dell'Unione europea (Corte di giustizia) e dalla Corte europea dei diritti dell'uomo.
Indien een kind dat aanvankelijk geen verdachte of beklaagde was, zoals een getuige, verdachte of beklaagde wordt, moet dat kind beschikken over het recht beschermd te worden tegen zelfincriminatie en over het zwijgrecht, in overeenstemming met het recht van de Unie en het EVRM, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.