In tale contesto, il Conseil d’État (Belgio) ha sollevato dinanzi alla Corte di giustizia la questione se la nozione di «conflitto armato interno», prevista dalla direttiva, debba essere interpretata autonomamente rispetto alla definizione accolta nel diritto internazionale umanitario e, in caso di risposta affermativa, secondo quali criteri debba essere valutata.
In die omstandigheden heeft de Raad van State (België) zich tot het Hof van Justitie gewend met de vraag of het begrip „binnenlands gewapend conflict” van de richtlijn autonoom moet worden uitgelegd ten opzichte van de definitie die in het internationale humanitaire recht wordt gehanteerd, en zo ja, volgens welke criteria dit begrip moet worden beoordeeld.