La VEWA afferma, in particolare, che il regio decreto, stabilendo una remunerazione forfettaria di 1 euro all’anno per ogni maggiorenne e di 0, 50 euro all’anno per ogni minorenne che siano iscritti presso le istituzioni di prestito, purché abbiano fruito di almeno un prestito nel periodo di riferimento, viola le disposizioni della direttiva che richiedono il versamento di un «equa remunerazione» per un prestito o un noleggio.
VEWA stelt met name dat dit koninklijk besluit, waar het een forfaitaire vergoeding vaststelt van 1 EUR per jaar per volwassen persoon en van 0,5 EUR per jaar per minderjarig persoon die bij een uitleeninstelling is ingeschreven, voor zover hem ten minste één werk is uitgeleend gedurende de referentieperiode, indruist tegen de bepalingen van de richtlijn die verlangen dat voor uitlening of verhuur een „billijke vergoeding” wordt betaald.