– In questo contesto, si richiama l'attenzione sulla recente «sentenza Koushkaki»[8] in base alla quale gli articoli 23, paragrafo 4, 32, paragrafo 1 e 35, paragrafo 6) (articoli 20, paragrafo 4, 29, paragrafo 1 e 32, paragrafo 5, del codice dei visti dopo rifusione) devono essere interpretati nel senso che le autorità competenti di uno Stato membro non possono rifiutarsi, in seguito all'esame di una domanda di visto uniforme, di rilasciare tale visto a un richiedente, salvo qualora possa essere applicato uno dei motivi di rifiuto elencati in tali disposizioni.
– in dit verband wordt gewezen op het recente arrest-Koushkaki[8], dat inhoudt dat artikel 23, lid 4, artikel 32, lid 1, en artikel 35, lid 6 (artikel 20, lid 4, artikel 29, lid 1, en artikel 32, lid 5, van de herschikte Visumcode) “in die zin moeten worden uitgelegd dat de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, na een onderzoek van een aanvraag voor een eenvormig visum, de afgifte van een dergelijk visum aan een aanvrager alleen kunnen weigeren in de gevallen waarin een van de in die bepalingen genoemde gronden voor weigering van een visum aan die aanvrager kan worden tegengeworpen.