Pur tenendo conto di questa riserva metodologica, la prima relazione dell'Osservatorio mette in evidenza alcuni utili elementi, in particolare: - l'esistenza, all'interno del settore delle PMI, di problemi, atteggiamenti e comportamenti diversi,
che giustificano l'adozione di politiche differenziate rivolte alle microimprese, alle piccole e alle medie imprese; - la diversa misura in cui le PMI contribuiscono all'occupazione: soltanto le microimprese hanno dato origine a una creazione netta di posti di lavoro nel 1991-1992, anni caratterizzati da una sensibile riduzione del numero delle medie e delle grandi imprese e dei relativi livelli
...[+++] di occupazione; - l'importanza di fornire informazione, consulenza e formazione adeguate alle imprese di nuova creazione; - il ruolo della Comunità nell'assistenza alla cooperazione e alle relazioni economiche transnazionali, per stimolare le possibili forme di cooperazione e incoraggiare le imprese ancora restie alla cooperazione; - le diversità dei problemi finanziari, secondo il tipo d'impresa considerato (dimensione e settore) e le esigenze da soddisfare (creazione, espansione, situazione o trasferimento di liquidità); - l'importanza dell'azione comunitaria per fornire assistenza alle imprese e promuovere lo sviluppo economico attraverso la cooperazione transfrontaliera e transnazionale, in particolare mediante l'iniziativa INTERREG e l'intervento dei Fondi strutturali; - l'esigenza di migliorare ulteriormente l'utilizzazione dei fondi comunitari da parte delle piccole e medie imprese, riducendone gli oneri finanziari e contribuendo allo sviluppo di istituzioni finanziarie rispondenti ai bisogni delle PMI, e di promuovere la formazione di personale dirigente nelle regioni meno favorite.Ondanks dit methodologisch voorbehoud kan worden gesteld dat het eerste verslag van de Waarnemingspost een aantal bruikbare elementen bevat, namelijk: - een indicatie van het bestaan van allerlei problemen, houdingen en gedrag binnen het MKB, waardoor een gedifferentieerde beleidsmatige aanpak voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen terecht is; - een gedifferentieerde bijdrage van het midden- en kleinbedrijf aan
de werkgelegenheid, aangezien netto alleen de microbedrijven in 1991-1992 nieuwe banen hebben kunnen creëren; die jaren werden gekenmerkt door een aanzienlijke vermindering van het aantal middelgrote en grote ondernemi
...[+++]ngen en van de werkgelegenheid die deze ondernemingen boden; - het belang passende informatie en goed advies te verschaffen, evenals een goede opleiding voor pas opgerichte ondernemingen; - de rol van de Gemeenschap bij het bieden van hulp bij samenwerking en bij transnationale zakelijke banden, ter bevordering van samenwerkingsmogelijkheden en ter stimulering van ondernemingen die nog een zekere koudwatervrees ten aanzien van samenwerking hebben; - de verschillen in financiële problemen, die afhankelijk zijn van de aard van de onderneming (omvang en sector) en van het doel waarvoor geld nodig is (oprichting, uitbreiding, liquiditeitspositie, overgang); - de omvang van de inspanningen van de Gemeenschap in het kader van het INTERREG-initiatief en door middel van bijdragen van de structuurfondsen om hulp te bieden aan ondernemingen en om de economische ontwikkeling te bevorderen door samenwerking over de grens en transnationale samenwerking; - de behoefte de opname van communautaire fondsen door het MKB te stimuleren, de financiële lasten te verlichten, te helpen bij de ontwikkeling van financiële instellingen die op de behoeften van het MKB zijn afgestemd en bij te dragen aan de ontwikkeling van voldoende management in probleemgebieden.