51. ricorda che l'ispezione del lavoro riveste un ruolo indispensabile, per l'opera d'istruzione, persuasione e incoraggiamento che
svolge, ai fini del controllo dell'attuazione della legislazione esistente e quindi della prevenzione, in particolare verificando il rispetto di condizioni di lavoro dignitose per i gruppi di lavoratori vulnerabili o le professioni suscettibili di essere esercitate «in nero»; sottolinea che gli Stati membri devono garantire
elevati standard di qualità riguardo alla formazione e al perfezionamento degli i
...[+++]spettori del lavoro; incoraggia gli Stati membri a rafforzare l'organico e le risorse dei rispettivi servizi di ispezione del lavoro al fine di raggiungere l'obiettivo di un ispettore per 10.000 lavoratori, conformemente a quanto raccomandato dall'OIL; esorta ad inasprire le sanzioni nei confronti delle imprese che non rispettano gli obblighi loro incombenti in materia di diritti fondamentali dei lavoratori e ritiene che tali sanzioni debbano essere efficaci, dissuasive e proporzionate; 51. herinnert eraan dat de arbeidsinspectie via onderwijs, overreding en aanmoed
iging alsook bij de controle op de uitvoering van de bestaande wetgeving en dus bij de preventie een onontbeerlijke rol vervult, met name door de naleving te controleren van behoorlijke arbeidsomstandigheden voor kwetsbare groepen werknemers of beroepsbeoefenaren die het risico lopen zwart te moeten werken; onderstreept dat de lidstaten moeten waarborgen dat de opleiding en bij
scholing van arbeidsinspecteurs aan hoge kwaliteitseisen voldoen; moedigt de l
...[+++]idstaten aan om het personeel en de middelen voor hun arbeidsinspectie te verhogen en de doelstelling van één inspecteur op 10.000 werknemers te halen, overeenkomstig de aanbevelingen van de IAO; moedigt ertoe aan de sancties te verscherpen jegens bedrijven die hun verplichtingen ten aanzien van de grondrechten van de werknemers niet nakomen en is van oordeel dat deze sancties doeltreffend, afschrikkend en evenredig moeten zijn;