In particolare, è previsto che il contributo dello Stato al PPV compensi solo parzialmente i costi supplementari derivanti dai due tipi fondamentali di svantaggi strutturali dovuti al retaggio dell’OTE in quanto monopolio statale, ossia: a) lo status permanente di «parastatali» accordato per legge ai dipendenti dell’OTE; b) retribuzioni più elevate (anch’esse accordate per legge), che accrescono in misura considerevole il costo totale del piano.
Meer in het bijzonder zou de bijdrage van de staat aan de vrijwillige VUT-regeling slechts een gedeeltelijke vergoeding zijn van de extra kosten die voortvloeien uit twee structurele nadelen uit het verleden van OTE als een staatsmonopolie: a) de bij wet gegarandeerde vaste aanstelling van „quasi-ambtenaar” voor OTE-werknemers, en b) de hogere salarissen (ook opgelegd bij wet) die de totale kosten van de regeling aanzienlijk verhogen.