A ben guardare, c’è bisogno di una buona dose di ottimismo per non lasciarsi prendere dalle solite critiche negative, in parte stereotipe, secondo cui l’Europa c’è e funziona solo per chi è veloce, grande, ricco, sano e forte. Dobbiamo invece credere che l’Europa esiste anche per le persone più vulnerabili, per chi è lento e non riesce a tenere il passo – e qui non mi riferisco al “nucleo storico” dell’Europa bensì a singoli individui, che non sono in grado di camminare velocemente e di mantenere il ritmo degli altri –, per gli ammalati, per la gente comune.
Men moet toch wel een beetje optimistisch zijn om niet te vervallen in de al bijna stereotiepe kritiek dat Europa er alleen is voor snelle, grote, rijke, gezonde en sterke mensen, maar erin te geloven dat dit Europa er ook is voor de sociaal zwakken en de langzamen die het ritme niet weten te volgen – waarmee ik niet doel op hele Europese bevolkingsgroepen, maar op individuen die trager zijn en niet goed kunnen meekomen – en dat dit Europa er ook voor de zieke en kleine mensen is.