Nessun membro dell’equipaggio deve permettere che la capacità di svolgere i propri compiti/prendere decisioni si riduca al punto da minacciare la sicurezza del volo a causa di affaticamento, tenuto conto fra l’altro dell’accumulo di fatica, della privazione di sonno, del numero di tratte, dei turni di notte o dei cambiamenti di fuso orario.
Geen enkel bemanningslid mag laten gebeuren dat zijn vermogen tot het uitvoeren van zijn taken of het nemen van beslissingen, als gevolg van vermoeidheid, rekening houdend met onder meer opgebouwde vermoeidheid, slaaptekort, het aantal uitgevoerde vluchten, nachtdiensten of tijdzonewisselingen, dermate afneemt dat de veiligheid van de vlucht in gevaar komt.