L’articolo 19, paragrafo 1, lettera a), del regolamen
to (CEE) n. 2220/85 della Commissione, del 22 luglio 1985, recante fissazione delle modalità comuni
di applicazione del regime delle cauzioni per i prodotti agricoli, come modificato dal regolamento (CE) n. 3403/93 della Commissione, del 10 dicembre 1993, deve essere interpretato nel senso che la garanzia fornita da un esportatore per assicurare il rimborso dell’anticipo percepito sulla restituzione all’esportazione non deve essere considerata estinta quand’anche si accerti che l’es
...[+++]portatore ha presentato i documenti relativi all’accettazione della dichiarazione di esportazione, la prova che i prodotti hanno lasciato il territorio doganale dell’Unione europea entro un termine massimo di 60 giorni da tale accettazione nonché la prova dello sdoganamento di tali prodotti nel paese terzo importatore, se non sono soddisfatte le altre condizioni per la concessione della restituzione, in particolare la condizione relativa alla qualità sana, leale e mercantile dei prodotti esportati, prevista all’articolo 13 del regolamento (CEE) n. 3665/87 della Commissione, del 27 novembre 1987, recante modalità comuni di applicazione del regime delle restituzioni all’esportazione per i prodotti agricoli, come modificato dal regolamento (CE) n. 1829/94 della Commissione, del 26 luglio 1994.Artikel 19, lid 1, sub a, van verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsb
epalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 3403/93 van de Commissie van 10 december 1993, moet aldus worden uitgelegd dat de zekerheid die een exporteur heeft gesteld om terugbetaling te waarborgen van het geïnde voorschot op de uitvoerrestitutie niet vervallen mag worden geacht, ook al blijkt dat de exporteur de documenten inzake de aanvaarding van de aangifte ten uitvoer heeft overgelegd en het bewijs heeft gel
...[+++]everd dat de producten het douanegebied van de Europese Unie uiterlijk 60 dagen na die aanvaarding hebben verlaten, en dat die producten in het derde land van invoer zijn ingeklaard, indien niet is voldaan aan de andere voorwaarden voor de toekenning van de restitutie, met name de voorwaarde van de gezonde handelskwaliteit van de uitgevoerde producten zoals gesteld in artikel 13 van verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1829/94 van de Commissie van 26 juli 1994.