38. ricorda – tenendo presente che la recente crisi economica e finanziaria ha colpito duramente in particolare i gruppi e
marginati a maggior rischio di perdere il lavoro in tempi di turbolenza sul mercato del lavoro – che l'istruzione e l'occupazione rappresentano il modo migliore per uscire dalla povertà e che l'integrazione delle comunità emarginate nella società e nel mercato del lavoro dovrebbe quindi costituire una priorità; osserva con preoccupazione che i membri delle comunità emarginate sono spesso esclusi dalla società, sono oggetto di discriminazione e, di conseguenza, incontrano ostacoli nell'accesso all'istruzione di elevat
...[+++]a qualità, all'occupazione, all'assistenza sanitaria, ai trasporti, alle informazioni e ai servizi in generale, il che rappresenta un problema complesso che deve essere affrontato in modo adeguato mediante l'uso complementare e un'efficace combinazione dei Fondi SIE e delle risorse nazionali; sottolinea pertanto la necessità di compiere sforzi particolari per quanto riguarda i programmi UE esistenti, quali l'iniziativa a favore dell'occupazione giovanile, Erasmus+ e il programma Europa creativa, al fine di raggiungere i membri delle comunità emarginate, unitamente al monitoraggio periodico del successo della diffusione dei programmi, allo scopo di spezzare il circolo della povertà e dell'emarginazione e di potenziare le conoscenze e qualifiche professionali delle persone; 38. herinnert eraan – gezien het feit dat de recente economische en financiële crisis met name gemarginaliseerde groepen heeft getroffen die bij onrust op de arbeid
smarkt het grootste risico lopen hun baan te verliezen – dat onderwijs en werk de beste manier zijn om aan armoede te ontkomen en dat het integreren van gemarginaliseerde gemeenschappen in de samenleving en de arbeidsmarkt derhalve een prioriteit moet zijn; stelt met bezorgdheid vast dat leden van gemarginaliseerde gemeenschappen vaak het slachtoffer worden van sociale uitsluiting en discriminatie en als gevolg daarvan worden geconfronteerd met belemmeringen van de toegang to
...[+++]t kwalitatief hoogwaardig onderwijs, werk, gezondheidszorg, vervoer, informatie en diensten in het algemeen, wat een complex probleem is dat naar behoren moet worden aangepakt door middel van het complementaire gebruik en een doeltreffende combinatie van het ESIF en nationale middelen; benadrukt derhalve dat er ten aanzien van bestaande EU-programma's, zoals het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, Erasmus+ en Creatief Europa, bijzondere inspanningen moeten worden geleverd om leden van gemarginaliseerde gemeenschappen te bereiken, gekoppeld aan een regelmatige controle van het succes daarvan, teneinde de armoede- en marginaliseringscyclus te doorbreken en de beroepsvaardigheden en -kwalificaties van mensen te verbeteren; 
