Gli Stati membri che, alla data della notificazione della presente direttiva, impongono alle sale di proiezione cinematografica un numero minimo di giornate di proiezione di film nazionali per ogni anno civile (sistema del contingente allo schermo), ammetteranno al beneficio di questo contingente, al più tardi il 31 dicembre 1966, i film che hanno la nazionalità di uno o più Stati membri, alle stesse condizioni dei film nazionali.
De Lid-Staten die ten tijde van de kennisgeving van deze richtlijn een minimum aantal projectiedagen van nationale films per kalenderjaar in de bioscoopzalen voorschrijven ( stelsel van het projectietijd-contingent ) , laten uiterlijk op 31 december 1966 tot dit contingent de films van één of meer Lid-Staten toe op dezelfde voorwaarden als de nationale films .
