7. rileva che il «cloud computing» consente l'accesso a un gruppo condiviso di risorse informatiche che possono essere rapidamente ritrasmesse con uno sforzo minimo di gestione e una minima interazione del fornitore dei servizi, e che l'efficacia dello stesso risiede nella sua flessibilità, nell'aumento di produttività che comporta e nel suo contributo alla salvaguardia dell'ambiente, anche se occorre innanzitutto che esso sia tecnicamente affidabile e resistente;
7. stelt vast dat „cloud computing” toegang biedt tot een gemeenschappelijk reservoir van IT-middelen die snel kunnen worden doorgegeven met een minimale beheersinspanning en een minimale interactie van de dienstenaanbieder, en dat de efficiëntie van de „cloud” te danken is aan de flexibiliteit ervan, de hogere productiviteit die eruit resulteert en de rol ervan bij de bescherming van het milieu, maar dat „cloud computing” vooral technisch betrouwbaar en op zijn taak berekend moet zijn;