3. asserisce, tuttavia, che occorre fornire incentivi tangibili e credibili ai paesi del vicinato affinché si impegnino verso l'obiettivo comune di dare vita a una democrazia a tutti gli effetti e che una differenzazione basata sulle realtà politiche, economiche e sociali di ciascun paese e sui risultati e le realizzazioni deve fondarsi su criteri chiara
mente definiti e su parametri di riferimento verificabili e oggetto di un regolare monitoraggio per ogni singolo paese; invita a tale proposito la Commissione e il servizio europeo per l'azione esterna (SEAE) a considerare i parametri di riferimento definiti
nella ...[+++] dichiarazione congiunta quali obiettivi da raggiungere e che, ai fini della valutazione dei progressi compiuti, tali obiettivi richiedono parametri di riferimento più specifici, misurabili, realizzabili e con scadenze più precise; laddove per quelli che interessano la parte meridionale e orientale della PEV il punto di partenza è diverso; ritiene che una politica orientata ai risultati necessiti di una metodologia di parametri più chiara e sottolinea, a tale proposito, l'importanza di istituire adeguati meccanismi di controllo finalizzati alla valutazione dei progressi compiuti dai paesi della PEV; sottolinea che questa impostazione deve essere riflessa
nella struttura dei piani d'azione in ambito PEV e nelle relative relazioni annuali sullo stato di avanzamento;
3. dringt er echter op aan dat tastbare en geloofwaardige stimuleringsmaatregelen geboden moeten worden aan de buurlanden om hen te betrekken bij het gemeenschappelijke doel van het opbouwen van echte democratie en dat bij differentiatie op basis van de politieke, economische en sociale realiteit, de prestaties en de resultaten van ieder land wordt uitgegaan van helder gedefinieerde criteria en van meetbare en aan regelmatig toezicht onderworpen benchmarks voor ieder individueel partnerland; verzoekt de Commissie en de EDEO in dit opzicht de benchmarks in overweging te nemen di
e in de gezamenlijke mededeling zijn vastgesteld als te real
...[+++]iseren doelstellingen en dat, voor het beoordelen van de gemaakte vorderingen, deze doelstellingen specifiekere, beter meetbare en beter realiseerbare en meer tijdsgebonden benchmarks vereisen, waarbij het uitgangspunt voor het zuidelijke en het oostelijke nabuurschap verschillend is; is van mening dat er voor een resultaatgericht beleid een duidelijkere benchmarkmethodiek nodig is en benadrukt in dit verband het belang van het opzetten van de juiste vervolgmechanismen voor het beoordelen van de vorderingen van ENB-landen; onderstreept dat deze benadering haar weerslag moet vinden in de structuur van de ENB-actieplannen en in de desbetreffende jaarlijkse voortgangsverslagen;