70. osserva che nel 2010 si sono svolte 33 200 missioni (viaggi ufficiali), per un totale di 98 629 giorni di missione, gran parte delle quali hanno comportato spostamenti tra i tre luoghi di lavoro del Parlamento; ribadisce la necessità di evitare missioni superflue tra i tre luoghi di lavoro e i relativi costi richiedendo la presentazione
più sistematica di documenti giustificativi e applicando controlli più rigorosi; chiede al Segretario generale di riferire, nel quadro della procedura di discarico, sui risparmi realizzati grazie a un'ulteriore razionalizzazione e sulle altre iniziative, adottate o in preparazione, intese a ridurre
...[+++]il numero delle missioni; ritiene inoltre che, in generale, nessuna riunione di commissione dovrebbe tenersi a Strasburgo, fatta eccezione per le riunioni il cui ordine del giorno è direttamente legato alle relazioni o alle discussioni iscritte all'ordine del giorno di quella specifica tornata; incoraggia la Corte dei conti ad analizzare in modo approfondito le attuali procedure relative alle missioni e a formulare raccomandazioni su come migliorare la loro efficienza; chiede al Segretario generale di esaminare in modo specifico i posti assegnati a sedi al di fuori Bruxelles, in particolare per i membri del personale che effettuano ripetute missioni a Bruxelles, al fine di valutare l'opportunità di un trasferimento di tali posti; indica che l'accordo concluso con le autorità lussemburghesi, che fissa il numero dei membri del personale del Parlamento in servizio a Lussemburgo senza tener conto dell'evoluzione delle esigenze dell'Istituzione, potrebbe necessitare di una revisione; 70. wijst erop dat er in 2010 33 200 dienstreizen hebben
plaatsgevonden (in totaal 98 629 dienstreisdagen), en dat het in de overgrote meerderh
eid van de gevallen ging om verplaatsingen tu
ssen de drie vestigingsplaatsen van het Parlement; herhaalt dat onnodige reizen tu
ssen de drie vestigingsplaatsen en de daaraan verbonden kosten moeten worden vermeden, en dat hiervoo
...[+++]r moet worden teruggegrepen op strengere en stelselmatiger toegepaste regels inzake de overlegging van bewijsstukken, en op betere controles; verzoekt de secretaris-generaal in zijn verslag - als onderdeel van de kwijtingsprocedure - inzicht te verschaffen in besparingen die door middel van een verdere rationalisering worden verwezenlijkt en informatie te verstrekken over verdere genomen of geplande initiatieven die de vermindering van het aantal dienstreizen beogen; is voorts van mening dat commissievergaderingen over het algemeen niet in Straatsburg dienen plaats te vinden, met uitzondering van vergaderingen (van commissies) waarvan de agenda rechtstreeks verband houdt met de verslagen of debatten op de agenda van de vergaderperiode van die week; spoort de Rekenkamer aan om de bestaande procedures voor dienstreizen nader te analyseren en met aanbevelingen te komen om de efficiëntie ervan te verbeteren; dringt er meer in het bijzonder bij de secretaris-generaal op aan de buiten Brussel gevestigde posten te evalueren, met name ten aanzien van personeelsleden die veel dienstreizen naar Brussel maken, teneinde na te gaan of zij moeten worden verplaatst; suggereert dat het wellicht nodig is de overeenkomst met de Luxemburgse autoriteiten te herzien, waarin het aantal personeelsleden van het Parlement in Luxemburg is vastgelegd zonder dat hierbij rekening is gehouden met de veranderende behoeften van het Parlement;