47. sottolinea che i principi della
dignità umana, dell'uguaglianza dinanzi alla legge e del divieto di qualsiasi discriminazione figurano tra i fonda
menti della società democratica; ritiene che l'Unione e gli Stati membri debbano rafforzare le rispettive azioni volte a promuovere l'uguaglianza, a combattere le discriminazioni e a proteggere la diversità culturale, religiosa e linguistica, così come le azioni nell'ambito della parità di genere e dei diritti di minori, anziani, disabili, persone LGBT e persone appartenenti a minoranze
...[+++] nazionali;
47. benadrukt dat de beginselen van menselijke waardigheid, gelijkheid voor de wet en het verbod op discriminatie op welke grond dan ook, grondslagen van de democratische samenleving vormen; is van mening dat de Unie en de lidstaten zich krachtiger moeten inzetten voor gelijkheid en de bestrijding van discriminatie, de bescherming van de culturele, godsdienstige en taalkundige diversiteit, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de rechten van het kind, de rechten van ouderen en de rechten van personen met een handicap, de rechten van de LGBT-gemeenschap en de rechten van personen die tot een nationale minderheid behoren;