32. rileva che, per quanto concerne il futuro di antracite e lignite, la tecnologia CCS non deve essere considerata l'unica opzione per preservare l'uso del carbone nell'economia dell'UE e che in relazione al carbone occorre anche sviluppare e introdurre altre tecnologie a basse emissioni;
32. merkt op dat met het oog op de toekomst van steenkool en bruinkool CCS niet moet worden beschouwd als de enige optie om het gebruik van steenkool in de EU-economie te handhaven, maar dat ook andere emissiearme kolentechnologie moet worden ontwikkeld en ingevoerd;