20. appoggia la proposta di sviluppare le professioni e le industrie del settore linguistico; ritiene che tutte le lingue europee dovranno ricorrere a nuove tecnologie quali il trattamento della parola, il riconoscimento vocale etc, nonché il lavoro terminologico, lo sviluppo dell’apprendimento, della certificazione e degli esami linguistici, poiché altrimenti tali lingue perderanno terreno e il loro spazio sociolinguistico sarà occupato dalle lingue dominanti, soprattutto dall’inglese;
20. steunt de voorstellen voor de ontwikkeling van taalgerelateerde beroepen en bedrijfstakken; meent dat alle Europese talen baat hebben bij nieuwe technologieën zoals spraakverwerking en -herkenning en dergelijke, alsmede bij terminologisch onderzoek en bij de ontwikkeling van taalonderwijs, taaldiploma's en taaltests, en dat anders minder gebruikte talen zullen achterblijven omdat hun taalkundige sociale ruimte zal worden opgeslokt door de meer gesproken talen, vooral het Engels;