3 bis. Gli Stati membri assicurano che le informazioni o l'intelligence trasmesse ai competenti servizi repressivi degli altri Stati membri in applicazione del paragrafo 1 siano comunicate anche a Europol e a Eurojust, nella misura in cui lo scambio verta su un'infrazione o un'attività delittuosa rientrante nelle competenze di Europol o di Eurojust.
3 bis. De lidstaten zien erop toe dat de informatie en inlichtingen die ter toepassing van lid 1 aan de bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van andere lidstaten worden verstrekt eveneens aan Europol en Eurojust worden meegedeeld, voorzover de uitwisseling betrekking heeft op een strafbaar feit of een criminele activiteit vallende onder het mandaat van Europol of Eurojust.