B. considerando che oltre 80 milioni di persone, ovvero circa il 16% della popolazione totale dell'Unione europea, sono disabili (comprese le persone affette da problemi di salute mentale, con particolare riferimento al
l'autismo) e che il tasso di disoccupazione che le r
iguarda è almeno il doppio di quello relativo alle persone non disabili; che le persone con disabilità costituiscono un gruppo vulnerabile caratterizzato da un tasso di povertà superiore alla media del 70%; che il tasso di occupazione delle persone disabili è pari so
...[+++]ltanto al 45% circa e che un impiego di qualità elevata assicura l'indipendenza economica e favorisce la riuscita personale; che la disoccupazione aumenta il rischio di povertà e di esclusione sociale, dato che almeno un quarto della popolazione è colpita almeno una volta nella vita da un problema di salute mentale, che può diventare cronico nel 10% dei casi, il che evidenzia la necessità di politiche attive e mirate per lottare contro il persistere di questa situazione; che tale maggiore esposizione al rischio di povertà è spesso il risultato di un accesso limitato non soltanto all'occupazione e alla formazione, ma anche alle cure sanitarie e a un trattamento adeguato,B. overwegende dat meer dan 80 miljoen personen, ofwel circa 16% van de totale bevolking van de Europese Unie een handicap heeft, waaronder personen met mentale handicaps, in het bijzonder autisme, en dat de werkloosheid onder personen met een handicap minstens twee maal zo hoog ligt als de wer
kloosheid onder personen zonder handicap; overwegende dat mensen met een handicap een kwetsbare groep vormen, waarvan het armoedepercentage 70% boven het gemiddelde ligt; overwegende dat de arbeidsparticipatie onder mensen met een handicap slechts circa 45% bedraagt, terwijl goede banen economische onafhankelijkheid verzekeren en persoonlijke ont
...[+++]plooiing bevorderen, overwegende dat werkloosheid het risico om door armoede en maatschappelijke uitsluiting te worden getroffen vergroot, en dat ten minste een kwart van de bevolking wel eens geconfronteerd wordt met een geestelijk-gezondheidsprobleem en dit bij 10% van de betrokkenen kan leiden tot chronische, invaliderende geestelijke-gezondheisproblemen; erop wijzend dat er een actieve en gerichte beleidsmaatregelen nodig zijn om deze aanhoudende situatie te bestrijden; overwegende dat het grotere risico op armoede voor mensen met een handicap het gevolg is van de veelal beperkte toegang tot arbeid en scholing alsmede tot gezondheidszorg en adequate behandeling;