2. Se uno Stato membro ha ragionevoli motivi di ritenere che una specifica sostanza elencata nell'allegato I potrebbe essere utilizzata per la fabbricazione illecita di esplosivi, ad un livello di concentrazione inferiore al valore limite previsto nell'allegato I, può sottoporre ad ulteriori restrizioni o vietare la messa a disposizione sul mercato di detta sostanza imponendo un livello inferiore di concentrazione massima consentita.
2. Indien een lidstaat op redelijke gronden kan aannemen dat een bepaalde, in bijlage I vermelde stof, in een lagere concentratie dan de in bijlage I vermelde concentratiegrenswaarde, gebruikt zou kunnen worden voor de illegale vervaardiging van explosieven, kan hij het op de markt aanbieden van die stof verder beperken of verbieden door een lagere toegestane concentratiegrenswaarde vast te stellen.