E. considerando che il massacro di Srebrenica è stato riconosciuto come genocidio sia dal Tribunale penale internazionale per l'ex Iugoslavia (ICTY) nella sentenza di appello Procuratore/ Radislav Krstić , causa IT-99-33, del 19 aprile 2004, sia dalla Corte internazionale di giustizia nella causa relativa all'applicazione della Convenzione per la prevenzione e la repressione del delitto di genocidio (Bosnia-Erzegovina/Serbia e Montenegro ), del 27 febbraio 2007, pag. 127, punto 297 (CIG);
E. overwegende dat de massamoord in Srebrenica als genocide is erkend, zowel door het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia, ICTY) in de uitspraak in beroep, Prosecutor v. Radislav Krstić , zaak nr. IT–99–33 van 19 April 2004, als door het Internationaal Gerechtshof (International Court of Justice, ICJ) in de zaak betreffende de toepassing van het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (Bosnia and Herzegovina v. Serbia and Montenegro) van 27 februari 2007, blz. 127, paragraaf 297;