79. esorta inoltre tutte le parti interessate a riconoscere che la protezione della natura non può essere raggiunta solo identificando e proteggendo aree designate, ma deve anche essere basata su politiche generali che stimolino attività economiche sostenibili sia nelle campagne, sia nelle aree urbane (incluse le attività ricreative), incoraggino lo sviluppo di un'agricoltura e di una silvicoltura, nonché di ambienti urbani e industriali ecologici, integrino, dove opportuno, le considerazioni ambientali nella vasta gamma delle politiche, e in modo particolare nel settore dei trasporti e dell'energia, riducano i livelli globali di inquinamento dell'atmosfera e delle acque, preservino la qualità del suolo e delle altre risorse naturali e scor
...[+++]aggino le forme di attività economica che portano alla distruzione di preziosi habitat (ad esempio il prosciugamento delle zone umide); a questo fine, chiede che si individuino modalità per evitare il riprodursi dei problemi caratteristici dell'Unione dei quindici associati all'agricoltura intensiva, alla monocoltura, al trasferimento della forza lavoro agricola e al non aver tenuto conto del valore generale ed economico della biodiversità; tali modalità dovrebbero includere tra l'altro un ampio sfruttamento delle possibilità di invertire queste tendenze (incoraggiando ad esempio il mantenimento di comunità rurali, piccole aziende agricole, metodi tradizionali ed ecologicamente positivi di divisione dei campi quali siepi, canali idrici e muri di pietra a secco, l'allevamento di specie rare di animali domestici e corridoi ecologici) offerte da strumenti finanziari esistenti quali il FEAOG e lo strumento comunitario LEADER; 79. dringt er verder bij alle betrokken partijen op aan om te erkennen dat natuurbescherming niet slechts te verwezenlijken is door de aanwijzing en bescherming van afgebakende terreinen, maar tevens gebaseerd moet zijn op een algemeen beleid dat een duurzame economische bedrijvigheid in zowel de landelijke als de stedelijke gebieden (met inbegrip van recreatieactiviteiten) stimuleert, milieuvriendelijke land- en bosbouw en de ontwikkeling van een milieuvriendelijke stedelijke en industriële omgeving bevordert, milieuoverwegingen zo nodig verwerkt in het algemene overheidsbeleid, met name op het gebied van vervoer en energie, het algemene niveau van de lucht- en watervervuiling vermindert, de grondkwaliteit en andere natuurlijke hulpbronnen
...[+++] in stand houdt en vormen van economische activiteit die leiden tot vernietiging van waardevolle habitats (zoals de drooglegging van wetlands) tegengaat; en om daartoe naar middelen te zoeken om herhaling van problemen die karakteristiek zijn voor EU-15 te voorkomen, welke problemen verband houden met intensieve landbouw, monocultuur, ontslag van landbouwwerknemers en de nalatigheid om rekening te houden met de algemene en economische waarde van de biodiversiteit; deze zouden onder meer moeten omvatten een ruime exploitatie van de mogelijkheden om deze tendensen tegen te gaan (en om bijvoorbeeld te stimuleren dat landelijke gemeenschappen, kleine bedrijven, traditionele en milieuvriendelijke methoden voor de verdeling van velden - zoals heggen, sloten en droge stenen muren - zeldzame huisdierenrassen en ecologische corridors behouden blijven), welke mogelijk zijn dankzij de bestaande budgettaire maatregelen als EOGFL en het communautair instrument LEADER;