3. Ove la persona da riammettere sia in possesso di un documento di viaggio o di una carta d'identità in corso di validità e, nel caso di cittadini di paesi terzi o di apolidi, di un visto valido usato dall'interessato ai fini dell'ingresso nel territorio dello Stato richiesto o di un permesso di soggiorno dello Stato richiesto, lo Stato richiedente procede al trasferimento senza presentare all'autorità competente dello Stato richiesto una domanda di riammissione o una notificazione scritta, come previsto all'articolo 12, paragrafo 1.
3. Indien de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument of een geldige identiteitskaart en, in het geval van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, in het bezit is van een geldig visum dat door die persoon is gebruikt voor binnenkomst op het grondgebied van de aangezochte staat of van een verblijfsvergunning van de aangezochte staat, kan de overdracht van deze persoon plaatsvinden zonder dat de verzoekende staat bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat een overnameverzoek of schriftelijke kennisgeving in de zin van artikel 12, lid 1, hoeft in te dienen.