La direttiva si applica alla gente di mare che presta servizio a bordo di navi marittime battenti bandiera di uno Stato membro a eccezione: a) delle navi da guerra, navi da guerra ausiliarie o altre navi appartenenti a uno Stato membro o gestite da uno Stato membro esclusivamente a fini governativi e non commerciali, b) delle navi da pesca, c) delle imbarcazioni da diporto che non effettuano alcun traffico commerciale, d) delle imbarcazioni di legno di costruzione rudimentale.
Deze richtlijn is van toepassing op zeevarenden die dienst doen op zeeschepen die onder de vlag van een lidstaat varen, met uitzondering van: (a) oorlogsschepen, hulpschepen voor de marine of andere schepen die eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door een lidstaat en die uitsluitend worden gebezigd voor een niet-commerciële overheidsdienst, (b) vissersvaartuigen, (c) pleziervaartuigen die niet worden gebezigd voor handelsdoeleinden, en (d) houten schepen van primitieve bouw.