4. In caso di controversia riguardante una domanda di risarcimento, il tribunale adito valuta e prende in considerazione, in particolare se il presunto contraffattore è una PMI, una persona fisica o un'organizzazione senza fini di lucro, un'università o un'organizzazione pubblica di ricerca, se il presunto contraffattore abbia agito senza sapere o senza avere motivi ragionevoli di sapere che stava violando il brevetto europeo con effetto unitario, prima di poter disporre della traduzione di cui al paragrafo 1.
4. In geval van een geschil betreffende een vordering tot schadevergoeding beoordeelt het gerecht dat het geschil behandelt, en neemt het in overweging of de vermeende inbreukmaker, voordat hem de in lid 1 bedoelde vertaling werd verstrekt, heeft gehandeld zonder te weten, of redelijkerwijze te kunnen weten, dat hij inbreuk op het Europees octrooi met eenheidswerking maakte, in het bijzonder wanneer de vermeende inbreukmaker een kmo, een natuurlijke persoon of een organisatie zonder winstoogmerk, een universiteit of een openbare onderzoeksorganisatie is.