Benché sia vero che tali circostanze non giustificano, come tali, la conclusione che i fatti contestati non costituiscano mancanze ai doveri di comportamento sanciti dalla BEI, ciò non di meno quest’ultima deve tenerne conto imperativamente in quanto circostanze attenuanti, al fine di determinare un provvedimento disciplinare adeguato, a pena di commettere un errore manifesto di valutazione in merito alla gravità dei fatti addebitati.
Ofschoon deze omstandigheden op zich niet de conclusie rechtvaardigen dat de verweten feiten geen schendingen van de door de EIB opgelegde gedragsverplichtingen vormen, neemt dit niet weg dat de Bank deze omstandigheden als verzachtende omstandigheden in aanmerking moet nemen om de juiste tuchtmaatregel vast te stellen, omdat anders een kennelijke beoordelingsfout ten aanzien van de ernst van de verweten feiten wordt gemaakt.