Gli Stati membri provvedono a che il meccanismo di finanziamento di rispettiva competenza possa contrarre prestiti o altre forme di sostegno presso enti finanziari, banche centrali o altri terzi, quando le somme raccolte a norma dell’articolo 94 non sono sufficienti a coprire mediante i meccanismi di finanziamento le perdite, costi o altre spese sostenuti e i contributi straordinari previsti nell’articolo 95 non sono accessibili immediatamente.
De lidstaten dragen er zorg voor dat onder hun jurisdictie vallende financieringsregelingen in staat zijn leningen of andere vormen van steun van financiële instellingen, de centrale bank of andere derden te verkrijgen ingeval de overeenkomstig artikel 94 geïnde bedragen ontoereikend zijn om de verliezen, kosten of andere uitgaven als gevolg van het beroep op de financieringsregelingen te dekken en de buitengewone bijdragen waarin artikel 95 voorziet, niet onmiddellijk beschikbaar zijn.