76. difende il principio dell'ineleggibilità al Parlamento europeo e dell'impossibilità di prestare servizio nelle Istituzioni e negli altri organi dell'Unione, tenendo debitamente conto del principio di proporzionalità, per coloro che siano stati condannati in via definitiva per reati di criminalità organizzata, riciclaggio, corruzione ed altri reati gravi, anche di natura economica e finanziaria; invita a prevedere analoghe restrizioni, nel rispetto dei principi di sussidiarietà e di proporzionalità, in relazione a tutte le cariche elettive a cominciare da quella di membro di un parlamento nazionale;
76. stelt zich op het standpunt dat personen die middels een onherroepelijk vonnis zijn veroordeeld wegens medeplichtigheid aan georganiseerde misdrijven, witwaspraktijken, corruptie of andere e
rnstige delicten, met inbegrip van misdrijven van economische of financiële aard, niet gekozen kunnen worden tot lid van het Europees Parlement en niet in aanmerking kunnen komen voor een dienstbetrekking bij andere instellingen of organen van de EU; dringt erop aan dat deze beperkingen, met inachtneming van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel, ook worden toegepast op alle door verkiezing te verkrijgen mandaten, om te beginnen op h
...[+++]et mandaat van nationaal parlementslid;