19. sottolinea che, secondo studi recenti, nell'Unione europea un minore su cinque è a rischio di povertà e che i bambini e i giovani, in particolare membri di minoranze etniche, sono particolarmente esposti al pericolo di esclusione sociale
; ritiene che tale rischio sia ancora più evidente nella maggior parte dei nuovi Stati membri che hanno aderito all'Unione europea nel 2004 e nel 2007, in particolare per quanto riguarda i bambini e i giovani che vivono in aree svantaggiate da un punto di vista socioeconomico; sottolinea l'importante ruolo svolto da servizi personalizzati quali l'assistenza e i servizi sociali nella lotta contro l'e
...[+++]sclusione sociale; accoglie con favore le misure urgenti proposte nella comunicazione contro la povertà infantile, rilevando nel contempo che essa rappresenta un problema persistente; ritiene che si debba porre l'accento in via prioritaria, a livello dell'UE e degli Stati membri, sulla prevenzione e sull'eliminazione della povertà infantile, in particolare nel caso di figli di famiglie monoparentali o di famiglie di immigranti; deplora che la comunicazione non definisca obiettivi quantitativi chiari in relazione all'eliminazione della povertà; 19. onderstreept dat volgens recente studies één op de vijf kinderen in de Europese Unie
blootstaat aan het risico van armoede en dat kinderen en jongeren, met name leden van etnische minderheden, bijzonder kwetsbaar zijn voor sociale uitsluiting; wijst erop dat dit risico in de meeste lidstaten die in 2004 en 2007 zijn toegetreden nog veel groter is, met name voor kinderen en jongeren in gebieden met een sociaal-economische achterstand; onderstreept het belang van de rol die gepersonaliseerde diensten zoals zorg en sociale diensten spelen bij het bestrijden van sociale uitsluiting; is verheugd over de urgente maatregelen die in de me
...[+++]dedeling worden voorgesteld tegen kinderarmoede en benadrukt daarbij dat kinderarmoede een hardnekkig probleem is; gelooft dat in de EU en in de lidstaten met voorrang aandacht moet worden besteed aan het voorkomen en uitbannen van kinderarmoede , met name van kinderen van alleenstaande ouders en uit migrantenfamilies; betreurt het dat de mededeling geen duidelijke kwantitatieve doelstellingen vaststelt voor het uitbannen van kinderarmoede;