In essa viene specificato che, se fabbricata con materiale osseo di ruminanti, la gelatina deve essere fabbricata in un unico processo durante il quale tutto il materiale osseo, dopo essere stato finemente frantumato e sgrassato con acqua calda e trattato con acido cloridrico diluito (concentrazione minima del 4 % e pH 12,5) comprendente uno stadio di sterilizzazione a 138 °C per almeno 4 secondi.
Er wordt bepaald dat, wanneer gelatine wordt vervaardigd uit beendermateriaal van herkauwers, zij moet worden geproduceerd volgens een vast procedé waarbij al het beendermateriaal eerst wordt fijngemalen, met heet water wordt ontvet en gedurende ten minste twee dagen met verdund zoutzuur (minimumconcentratie 4 % en pH 12,5) ondergaat, waarbij het materiaal gedurende ten minste vier seconden op minimaal 138 °C wordt verhit.