In accordance with the applicable international obligations, transit by air should be neither requested nor granted if in the third country of destination or of transit the third-country national faces the threat of inhumane or humiliating treatment, torture or the death penalty, or if his life or liberty would be at risk by reason of his/her race, religion, nationality, membership of a particular social group or political conviction.
In overeenstemming met de toepasselijke internationale verplichtingen wordt doorgeleiding door de lucht verzocht noch toegestaan wanneer er voor de onderdaan van een derde land in het derde land van bestemming of van doorreis het risico bestaat van onmenselijke of vernederende behandeling, foltering of doodstraf, of wanneer het leven of de vrijheid van de betrokkene worden bedreigd als gevolg van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging.