Per quanto concerne i criteri di cui all’articolo 61, paragrafo 1, dell’accordo SEE in materia di aiuti che falsano o minacciano di falsare la concorrenza perché incidono sugli scambi tra le parti contraenti, dalla giurisprudenza discende che non è necessario dimostrare un’incidenza effettiva di questi aiuti sugli scambi tra parti contraenti e un’effettiva distorsione della concorrenza, bensì è sufficiente esaminare se i detti aiuti siano idonei a incidere su tali scambi e a falsare la concorrenza (51).
Wat betreft de criteria van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst met betrekking tot steun die de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de overeenkomstsluitende partijen ongunstig beïnvloedt, volgt uit de jurisprudentie dat niet hoeft te worden vastgesteld of sprake is van een werkelijke beïnvloeding van de handel tussen lidstaten en een daadwerkelijke vervalsing van de mededinging, maar dat enkel dient te worden onderzocht of die steunmaatregelen dat handelsverkeer ongunstig kunnen beïnvloeden en de mededinging kunnen vervalsen (51).
