si rammarica del fatto che numerose disposizioni di legge – ad esempio gli articoli 301, 318 e 220, paragrafo 6, in combinato disposto con l'articolo 314, paragrafo 2, del codice penale, e l'articolo 7, paragrafo 2, della legge antiterrorismo, legge n. 5816 del 25 luglio 1951 – nonché le dichiarazioni del governo
e le attività della magistratura inquirente continuino a limitare la libertà di espressione; ribadisce il suo invito al governo a completare la revisione del quadro giuridico sulla libertà di espressione e ad adeguarlo senza indugio alla CEDU e alla giurisprudenza della Corte europea dei diritti dell'uomo; in tale contesto, ri
...[+++]afferma la necessità che il governo turco fornisca ai pubblici ministeri chiari orientamenti riguardo a leggi che sono frequentemente utilizzate per limitare la libertà di espressione; si rammarica del ricorso reiterato e sproporzionato alla chiusura di siti web e chiede al governo di presentare emendamenti alla legge relativa ad Internet (legge n. 5651) al fine di garantire che essa non limiti più la libertà di espressione o il diritto dei cittadini di accedere alle informazioni; betreurt dat een aantal wetsbepalingen, zoals de artikelen 301 en 318 en artikel 220, lid 6, in combinatie met artikel 314, lid 2, van het wetboek van strafrecht, artikel 7, lid 2, van de wet inzake terrorismebestrijding en wet nr. 5816 van 25 juli 1951, alsook verklaringen van de regering en activiteiten van openbare aanklagers de
vrijheid van meningsuiting nog altijd inperken; herhaalt zijn verzoek aan de regering om de herziening van het juridisch kader voor de vrijheid van meningsuiting af te ronden en dit kader onverwijld in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de jurisprudentie van het
...[+++] Europees Hof voor de rechten van de mens; verklaart in dit verband nogmaals dat de Turkse regering duidelijke richtsnoeren voor openbare aanklagers moet uitvaardigen met betrekking tot wetten die vaak worden aangewend om de vrijheid van meningsuiting te beperken; betreurt de herhaaldelijke en onevenredige sluiting van websites en verzoekt de regering amendementen op de internetwet (wet nr. 5651) op te stellen teneinde te verzekeren dat deze de vrijheid van meningsuiting en het recht van burgers op toegang tot informatie niet langer inperkt;