Indicare il tipo di mezzo di trasporto (autocarro, imbarcazione, carrozza ferroviaria, aeromobile), poi l'identità, precisando ad esempio il numero d'immatricolazione o la denominazione del mezzo attivo di trasporto (cioè il propulsore) del quale si presuppone l'uso al momento del passaggio della frontiera all'uscita della parte contraente in cui è situato l'ufficio di partenza, e infine il codice relativo alla nazionalità di tale mezzo di trasporto quale risulta al momento del vincolo delle merci al regime di transito comune.
Vermelding van de aard (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig), gevolgd door de identiteit, bijvoorbeeld het registratienummer of de naam van het actieve vervoermiddel (dat wil zeggen het vervoermiddel dat voor de voortbeweging zorgt) dat vermoedelijk bij het overschrijden van de grens van de overeenkomstsluitende partij waaronder het kantoor van vertrek ressorteert zal worden gebruikt, gevolgd door de code van de nationaliteit van dit actieve vervoermiddel zoals deze bij de plaatsing van de goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer bekend is.