66. ritiene che gli Stati membri debbano investire di più nel capitale umano ed essere più ricettivi nei confronti delle esigenze del mercato del lavoro, in particolare garantendo forti legami tra il mondo dell'istruzione e il mondo del lavoro, assicurando che i giovani ricevano informazioni, consulenza e orientamento adeguati per compiere valide scelte professionali e favorendo l'apprendimento sul lavoro e l'apprendistato nonché la riqualificazione dei dipendenti e l'offerta di opportunità di apprendimento permanente;
66. is van mening dat de lidstaten meer in menselijk kapitaal moeten investeren en beter op de behoeften van de arbeidsmarkt moeten inspelen, met name door te zorgen voor sterke koppelingen tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld, door ervoor te zorgen dat jongeren de juiste informatie, het juiste advies en de nodige sturing krijgen om goede keuzes te maken in hun loopbaan, door werkplekleren en het leerlingstelsel te bevorderen, aan na- en bijscholing te doen en levenslang leren aan te bieden;